Kinderen kunnen erg druk zijn. Dat hoort nu eenmaal bij hun kind-zijn: ze spelen, lopen, klimmen, kruipen, duwen, trekken en roepen onvermoeibaar door. We verwachten van kinderen dan ook niet dat ze braaf stilzitten en lang op eenzelfde taak geconcentreerd blijven. We willen hen zelfs stimuleren om te ravotten met vriendjes. Tussendoor vergeven we hen de drukte die daarbij hoort.
Die vergevingsgezindheid kan niet blijven duren. Doorheen de schoolcarrière worden we steeds minder tolerant voor die excessieve kinderlijke energie. Bij sommigen loopt het zodanig de spuigaten uit dat we hun gedrag als abnormaal en storend benoemen. Dan spreekt men van ADHD.
Waarvoor staat ADHD?
ADHD verwijst naar een stoornis in enerzijds een aandachtstekort (Attention Deficit) en anderzijds overmatige hyperactiviteit (Hyperactivity Disorder). Bij beide eigenschappen hoort bovendien impulsiviteit: de neiging om meteen in te gaan op nieuwe impulsen, waardoor ze dus ofwel hun aandacht laten afleiden van een voorliggende taak, ofwel een overdreven reactie niet tijdig of onvoldoende inhouden.
Wordt ADHD te gemakkelijk gediagnosticeerd?
ADHD bleek de laatste decennia erg populair. Steeds meer kinderen kregen de diagnose ADHD en/of kregen ADHD-gerelateerde medicatie voorgeschreven. In West-Vlaanderen ging dat zelfs tot 12% van de schoolgaande jongeren, terwijl de prevalentie van ADHD slechts 5% is. De stoornis wordt dus te veel gediagnosticeerd. Ze wordt vaak gebruikt (misbruikt?) bij kinderen die helemaal niet lijden aan ADHD, maar nu eenmaal gewoon puberaal druk zijn.
Wat tijdens de puberteit?
Doorheen de kindertijd ontwikkelen de hersenen zich voortdurend. Het deel dat met name instaat voor impulsbeheersing (de prefrontale cortex) ontwikkelt pas echt door in de puberteit. ADHD is dan ook een stoornis of vertraging in de ontwikkeling van net die cortex. De puberteit is echter sowieso al een periode waarin mensen zich opvallend impulsiever, mondiger en rebelser gedragen. Pubers stellen daarom quasi per definitie lastig, druk gedrag. Daar is geen diagnose of medicatie voor nodig. Het vereist een sterke pedagoog die jongeren kan boeien en hen motiveren om iets anders te doen dan wat hun impulsen hen ingeven: studeren.
Hoe pak je dit aan in de praktijk?
Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan voor een grote klasgroep met allemaal verschillende ‘moeilijke’ karakters. Daarom is dat eenvoudiger in een kleine, rustige klasgroep, waarin de leerkracht de ruimte heeft om iedereen individueel te benaderen. Bij Leerwijzer zetten we daar vol op in.
Benieuwd hoe wij ADHD in de praktijk benaderen? Volg onze podcast.