Scholen sluiten in een week die toch maar “minder pedagogische impact” heeft. Kunnen we ons dat wel permitteren? Door dergelijke sluitingen en andere quarantaines bouwen we de reeds opgelopen leerachterstand stelselmatig verder op, in plaats van ze weg te werken. Dat leidt finaal tot meer schooluitval, slechter betaalde jobs en werkloosheid. Bovendien is er de neiging om de normen te verlagen. Op termijn heeft dat ernstige gevolgen voor de maatschappij.
De impact van een extra week kerstvakantie
Vlaams minister-president Jan Jambon kreeg de onderwijswereld over zich heen na zijn uitspraken over de verlenging van de kerstvakantie voor het lager onderwijs. De minister vond immers dat die laatste week voor een vakantie een stuk “minder pedagogische impact” heeft. Als we dan toch scholen moeten sluiten, dan maar zo’n minder belangrijke week, zo luidde de achterliggende redenering. Nochtans kunnen we ons zo’n “week met minder pedagogische impact” niet permitteren, integendeel.
Het probleem met die extra vakantie is immers dat het niet bij die ene week blijft. In de afgelopen periode werden klassen en zelfs hele scholen gesloten omwille van coronabesmettingen bij leerlingen en personeel. In andere gevallen vielen klassen zonder leerkracht, omdat die in quarantaine moest omwille van een risicocontact, of om voor eigen kinderen te zorgen die zonder opvang vielen.
Wat is de pedagogische impact?
De pedagogische impact van zo’n verloren weken is wel degelijk groot. Men berekende dat de lockdown tijdens de eerste coronagolf in 2020 geresulteerd heeft in een half schooljaar leerachterstand. Vooral het niveau van taal (Nederlands) daalt sterk, complementair aan de duur van de sluiting van scholen. Bovendien moeten we deze leerachterstand cumuleren met de achterstand die er in ons onderwijs al was vóór de coronacrisis. Toen deden 10-jarigen er immers al 6 maanden langer over om tot hetzelfde leesniveau te komen als in 2006.
Wat is de impact op de samenleving?
Vorig schooljaar was er bij de beleidsmakers nog optimisme over het wegwerken van die leerachterstand. De onderwijsminister investeerde daarvoor zelfs 260 miljoen euro extra. Maar wat baten dergelijke investeringen als we de scholen toch weer moeten sluiten? En welk perspectief bieden voorspellingen van experten dat deze crisis nog wel enkele jaren zal aanslepen? Onderwijseconomen verwachten nu al dat de jaarlijkse groei van het BBP in België voor de rest van de eeuw 1,5% lager zal liggen, te wijten aan de leerachterstand opgelopen tijdens deze crisis. Jongeren zullen door de leerachterstand op termijn immers vaker zonder diploma de school verlaten, wat finaal resulteert in slechter betaalde jobs en werkloosheid.
Het prijskaartje
Het risico bestaat dat men de normen verder verlaagt om die tendens te counteren. Daar sukkelt het Vlaamse onderwijs overigens al een tijdje mee. Waar eindtermen in vroegere tijden minimale doelstellingen waren, worden ze vandaag eerder als richtlijn behandeld. Vaak behalen leerlingen niet eens de eindtermen, maar krijgen ze toch een A-attest of diploma. Zo zorgt men ervoor dat de jongeren een diploma halen en kunnen instromen in hoger onderwijs, maar daar wordt de maatschappij op termijn evenmin beter van.
We kunnen dus elke week gebruiken om onze kinderen aan te leren wat ze nodig hebben om hun ambities waar te maken en een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Geen enkele week zou er een mogen zijn met “pedagogisch minder impact”. Elke week dat scholen moeten sluiten zadelt ons over 10 à 20 jaar op met de economische en maatschappelijke gevolgen, maar niemand zal nog de link met het beleid van vandaag leggen.